Vanochtend vroeg heerlijk relaxed ontbeten in het Greenheart Hotel. Een prachtig hotel in authentieke stijl gerestaureerd door Yuyu en “hippie” met zakelijk inzicht.
Met de taxi naar vliegveld Zorg en Hoop gereden onderweg nog even door de drive-through bank gereden.
In de vertrekhal hebben we onze mede-reisgenoten Astrid en Richard voor het eerst ontmoet. Het klikte gelijk.

Even na elven vertrokken we richting het “bos”.

De vlucht was een belevenis op zich. Rond Paramaribo heel veel infrastructuur en verder zuidelijk bauxiet- en goudmijnen. Vanuit de lucht goed herkenbaar. De wegen naar de bauxietmijnen zijn roodgekleurd en de goudwinning is geel gekleurd. Weer verder naar het zuiden geen wegen meer alleen bomen en af en toe wat rivieren. Van bovenaf een indrukwekkend schouwspel.
In Paloumeu was de landingsbaan niet veel meer dan een stuk vlakgebrand land. Geen asfalt maar stevige zwarte graspollen.
Na het vertrek van ons vliegtuig kregen we onze eerste briefing door onze gidsen Espo en Jack.
In de middag zijn we naar een eiland in de buurt gevaren om te gaan lunchen. Vervolgens was er tijd om te zwemmen en te luieren in een hangmat. We hebben het allemaal gedaan.
Het was vandaag ook nog een nationale feestdag. Dat werd in het naburige dorp ook gevierd met muziek, dans en zelfgemaakte drank (Kasiri). Ik heb vijf verschillende versies geproefd, allemaal anders van smaak en alcoholpercentage. Niet vies, ook niet erg lekker maar wel bijzonder om met de Kapitein van het dorp iets te drinken.
Vanaf het dorp zijn we weer terug gelopen naar het kamp. Een beetje nazitten en kletsen en daarna een hapje eten op z’n Surinaams. Kip, bami, kousenband, pindasaus en komkommer salade. Erg lekker allemaal en het drinken: water, ranja en … Parma bier.